CONTEXT en INPUT

UITGEBREID

 

1 CONTEXT / INPUT
1.1 CONTEXT
  De context omvat de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren
  1.1.1 IDENTIFICATIE
    Gegevens die toelaten om de instelling te identificeren en ermee in contact te treden.
    1.1.1.1 administratieve gegevens
      De administratieve en bestuurlijke kenmerken van de instelling.
    1.1.1.2 structuur
      De structuuronderdelen van de instelling.
  1.1.2 INPLANTING
    Gegevens die toelaten om de instelling te situeren binnen het gebied waarin ze opereert.    
    1.1.2.1 gebouwen en terreinen
      De gebouwen en terreinen waarover de instelling beschikt of waarvan ze gebruikmaakt.
    1.1.2.2 ligging
      De locatie en bereikbaarheid van de diverse onderdelen van de instelling.
    1.1.2.3 kenmerken van het werkgebied
      De ruimtelijke, sociale, economische, culturele, onderwijskundige en demografische kenmerken van het gebied waarin de instelling zich geografisch situeert.
  1.1.3 HISTORIEK
    Inhoudelijke, bestuurlijke en structurele wijzigingen die invloed hebben op het beleid en de werking van een instelling.
    1.1.3.1 veranderingen in beleid
      Veranderingen in het bestuurlijke en leidinggevende kader van de instelling.
    1.1.3.2 veranderingen in structuur
      Veranderingen in de schaalgrootte of het aanbod van de instelling.
  1.1.4 REGELEMENTAIR KADER
    De mogelijkheden in de algemene en specifieke regelgeving waarvan de instelling gebruikmaakt.
    1.1.4.1 algemene regelgeving
      Algemene reglementaire gegevens die van toepassing zijn op een instelling.
    1.1.4.2 specifieke regelgeving
      Situationele reglementaire bepalingen die gelden voor een bepaalde tijdsperiode of die specifiek zijn voor een bepaalde instelling.
1.2 INPUT
  De input omvat kenmerken van het personeel en van de leerlingen/cursisten van de instelling.
  1.2.1 personeelskenmerken
    Gegevens over personeelsleden die een indicatie geven over de diversiteit en tewerkstellingsgraad van de personeelsgroep.
    1.2.1.1 kenmerken van de bestuursleden
    1.2.1.2 kenmerken van het schoolteam
  1.2.2 leerlingen- en cursistenkenmerken
    Gegevens over leerlingen en cursisten die een indicatie geven over de aard en de behoeften van de populatie.
    1.2.2.1 kenmerken van de lerenden
    1.2.2.2 kenmerken van de ouders en de thuisomgeving